Mooie dag, een verslag

Ja hoor, we hebben motor gereden!

Geloof het of niet, het is echt waar! Nou lag het wel een klein beetje voor de hand en de drempel was dan ook echt laag; bovendien heb ik voor dit evenement steun van een actieve appgroep die elkaar elk jaar weer enthousiast maakt. Natuurlijk gaat het over de Distinguished Gentlemans Ride.

Ik heb het idee dat ik er nu een beetje anders tegenaan kijk. Natuurlijk gaat het nog altijd over motoren, liefst oud, gekruist met een jasje-dasje omdat je nou eenmaal ‘heul chique’ bent. Zo heurt het, dus zo doen we het, vandaar ook de naam. Is leuk joh, zo één keer per jaar. De rest van de tijd rijden we heel verantwoord in veilige kleding, toch? Los daarvan, ik heb nu wel echt genoeg gestripte BMW K-serie gezien met een gele koplamp en een dun zadel. Je mag ook wel een keer iets nieuws verzinnen.

Dit jaar heb ik het privilege gehad opnieuw op een heerlijk mooie, eerlijk eenvoudige 1968 CB350 te mogen rijden. En wat doet dat een mens goed: geen haast (moet je niet hebben) en toch snel; de voordelen van een veranderd perspectief zijn legio: het lijkt al gauw snel te gaan, je bent druk genoeg (Hoor ik nu iets? Vergeet ik niks? En dan het verkeer nog!) en het voelt vooral eerlijk. Loon naar werken: als jij als bestuurder overal op let en alles goed doet, kan in het vooronder het magische proces suck/squeeze/bang/blow zorgen dat je vooruit komt. Heerlijk, zo ‘oer’ als dat aanvoelt. En dan de rest nog. Het is misschien niet zo high tech als het kan zijn (we zijn inmiddels ruim vijftig jaar verder) maar de vering veert, de rem remt en het stuur stuurt. Wat wil je nog meer? En als je alles goed doet word je beloond met een trillende, rommelende, bijna lévende machine die je als kers op de taart nog eens overspoelt met een concert aan ontploffingen als je het gas dichtdraait. Echte, eerlijke mechaniek.

En ik moet zeggen: dat doet me meer dan ik dacht. Natuurlijk ‘is alles helemaal ruk’ als je het nuchter bekijkt en stel dat je op tijd in B wil zijn als je van A komt is er ook heel veel vóór modern te zeggen, maar toch. Hoe kom ik op deze wending? Zoals altijd en bovendien heel logisch, is zo’n evenement (net als alle andere) niet honderd procent voor één soort. Je neemt altijd meer mee. Liefhebbers, eventueel een organiserende kant, of gewoon mensen die niet toevallig een oldtimer in hun directiekamer hebben staan. Mensen met gewone, moderne motoren. En zo waren er ook weer enkele vertegenwoordigd op deze zondag. Voor mij leuk, want zo zie ik ze ook eens in het echt. De nieuwe Monster had ik nog niet in het wild gezien, de Harley Pan America of Sportster evenmin. En zo kun je het rijtje nog verder af. En toen bedacht ik iets wat me al een tijdje bezig houdt.

Want hoe ‘mooi’ en ‘nieuw’ en ‘modern’ en ‘revolutionair’ ze allemaal mogen zijn, ze kwamen op mij eigenlijk een beetje over als eenheidsworst. En ja, nu ga ik schoppen. Natuurlijk is het allemaal superstrak, supernieuw en gooi er nog maar een paar superlatieven tegenaan, het gaat ook allemaal dezelfde kant op. Klinisch en veel minder persoonlijk. Minder uitgesproken. Een Monster zonder buizenframe? Wat hou je dan nog over? Een Harley met een watergekoeld blok.. in elk opzicht beter, maar de uitvoering.. meh. Het is vooral erg ‘meh’, als je het mij vraagt.

Natuurlijk is er veel en lang over te praten. Zo is het ook gebeurd. De introductie van de Monster heb ik bijgehouden en het is heel mooi verwoord: ‘De oer-Monster was een kruising tussen een superbikeframe en een blok voor weggebruik. En dat is het nu ook weer, dus eigenlijk past dit nieuwe model weer exact in die filosofie’. Ja mooi. Maar dan sla je wel wat over en vergeet je dat je in de bijna dertig jaar (!) dat je een model voert, je een kleine legende hebt gemaakt. Of om in de term te blijven, ‘you created a monster’. Daar zitten consequenties aan en één daarvan is dat je van het oorspronkelijke idee, een van de USP’s nota bene, af blijft. Wat je nu overhoudt had van elke fabrikant kunnen komen. Het luchtgekoelde blok is al weg, nu ook het frame, de knipperlichten zitten op een soort Suzuki GSR-achtige manier in de flanken verwerkt… het kan prima rijden, maar om te zien… en uiterlijk is nog steeds een van de eerste dingen waar een koper op af gaat. Sterker, de eigenaresse van het exemplaar ter plaatse beaamde dat ze deze nieuwe niet had gekocht voor het uiterlijk, maar toe was aan een nieuwe en het weldegelijk heel erg goed rijdt. Maar als je het van je trouwe klanten moet hebben… Dat dat niet genoeg is, bewijst nota bene Harley-Davidson, die aan werkelijk alle kanten nieuwe klanten probeert te werven, met uitgerekend hun nieuwe machines. Geeft je te denken.

Tegelijkertijd gaat het ook daar exact hetzelfde. Harley rijden omdat er Harley op staat, ongeacht hoe het er uit ziet. Leuk, aardig, maar van geen kant doen deze motoren nog denken aan de mechanische, hortende en stotende, onregelmatig lopende niersteenvergruizers waar je al honderdtwintig jaar fan van bent. Merkliefde is één ding, maar oogkleppen zijn toch heel wat anders.

Enfin, het was een goede dag. Absoluut. en als een van de weinigen had ik onwijs baat bij het hete weer: het gebrek aan koeling zorgde ervoor dat de moeizaam lopende linker cilinder van mijn Brute Beest alsnog meedeed, de benzine in de cilinders tot ontbranding bracht en als gevolg fijn de hele dag toch op beide cilinders liep. Eerlijk, puur, als een levend mechanisme dat je de liefde teruggeeft die je er in steekt.

(Beeld: DGR)

Een gedachte over “Mooie dag, een verslag

  • 21 juni 2022 om 16:12
    Permalink

    Vinc je bent ( ook ) een uitstervend ras in de motorjournalistiek……

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Lammert Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.